Progressief is ook maar een hokje

ODE wil uit het hokjesdenken en dat kan alleen door open te staan voor veel verschillende meningen

Links en rechts zijn passé. Het zijn inhoudsloze kreten geworden uit een tijd dat de politiek nog netjes aan twee kanten van de voorzitter zat en we de wereld verdeelden in mensen die graag geld uitgaven aan mensen (links) en mensen die graag geld verdienden aan mensen (rechts).

Nu het erop lijkt dat links haar oorspronkelijke bestaansredenen kwijt is en rechts een nare reuk heeft opgelopen door fascistoïde uitlatingen, zoeken we het in nieuwe hokjes.

Progressief is populair. Progressief klinkt vernieuwend, fris en toekomstgericht. En dat is het ook.

Conservatief daarentegen klinkt een beetje bedompt, behoudend, voorzichtig, met de rug naar de toekomst.  En dat is het natuurlijk ook.

Maar wie is nou precies wat?

Een conservatief iemand kan zich grote zorgen maken over het klimaat, goeie ideeën hebben voor burgerparticipatie en zich inspannen voor vluchtelingen.

Een progressief iemand kan over burgers heen walsen omdat hij denkt dat hij weet wat de wereld nodig heeft, actief lid zijn van een plaatselijke vereniging en elk jaar in de processie meelopen.

Vernieuwende politiek hoeft niet per se alles nieuw uit te vinden. Democratische principes zijn al ontzettend oud, hebben burgerparticipatie als uitgangspunt (democratie: het volk regeert) en zijn nog steeds zeer levend.

Dualisme is twintig jaar geleden al ingevoerd, dus je zou jezelf behoudend kunnen noemen als je dat eindelijk eens uitgevoerd wil zien. Zichzelf progressief noemende partijen kunnen in oude bestuursculturen hangen, conservatief aangeduide partijen kunnen openstaan voor bestuurlijke vernieuwing.

Veranderen is voor iedereen moeilijk en zeker voor politieke routiniers die voortkomen uit het oude machtsdenken. Wie zichzelf het etiket progressief opplakt, is het daarmee nog niet. Het zal moeten blijken uit de ideeën en de praktijk.

Progressief is ook maar een hokje.

Lees hier hoe wij democratie bekijken

terug