Een wethouder wordt aangesteld door de gemeenteraad en de gemeenteraad kan hem ook weer wegsturen als hij of zij zich niet aan de afspraken houdt. Dat maakt het spannend om wethouder te zijn, want je bent niet beschermd zoals mensen met een vaste baan. Elke vier jaar wisselt de gemeenteraad en wijzen de nieuwe raadsleden ook weer wethouders aan.
Als een wethouder het goed gedaan heeft en zijn partij krijgt genoeg stemmen, dan kan hij of zij opnieuw aan het werk gaan. Dat heet een tweede termijn. Dat is ook wel fijn want na een eerste termijn is een wethouder goed ingewerkt. Misschien komt er daarna nog een derde termijn bij, maar dan vindt ODE het genoeg.
Wethouder is geen baan voor het leven.
Waarom niet?
Wethouders hebben veel invloed op wat de gemeente doet en gaat doen. Ze hebben officieel niet echt macht, maar naarmate iemand langer op zo’n plek zit, krijgt hij steeds meer te vertellen. Het is in een democratie niet de bedoeling dat de macht bij een persoon komt te liggen. Daarom vindt ODE dat iemand niet meer dan 2 of 3 raadsperiodes wethouder mag zijn. Daarna is het tijd voor iemand anders, met een frisse blik en nieuwe ideeën.
Een wethouder is dus maar beperkt houdbaar.